Adventkalender
De kracht van samen

Samen sterk voor techniek: hoe Het Hooghuis en Koning Willem I College jongeren laten groeien

Als je techniekonderwijs écht samen vormgeeft, gebeurt er iets bijzonders. Dat merkten Renée Ceelen van Het Hooghuis en Ziya Aydogan van het Koning Willem I College niet alleen in Oss, maar zelfs aan de andere kant van de wereld tijdens een studiereis naar Japan. Wat begon als een kennismaking, groeide uit tot een gedeeld verhaal over vertrouwen, verbinding en verantwoordelijkheid: “Je kunt het niet meer alleen. De vragen van vandaag én morgen zijn te complex daarvoor. Samenwerken is geen keuze, het is noodzaak.” 

Techniek: de ruggengraat van de regio

In de regio Oss is de vraag naar technisch geschoolde mensen groter dan ooit. Het is dan ook geen toeval dat juist hier intensief wordt samengewerkt aan een stevige doorlopende leerlijn tussen vmbo en mbo. Binnen het programma Sterk Techniekonderwijs (STO) hebben Het Hooghuis en het Koning Willem I College de handen ineengeslagen.  

“Brabant is een industriële regio,” vertelt Ziya, teammanager techniekopleidingen bij Koning Willem I College. “In Noordoost-Brabant is het aandeel techniekbedrijven dubbel zo hoog als het landelijke gemiddelde. Dan heb je als onderwijs een maatschappelijke verantwoordelijkheid om te zorgen dat die bedrijven ook in de toekomst vakmensen blijven vinden.” 

Een gedeeld belang, een gezamenlijke inzet 

Ook Renée, teamleider techniek bij Het Hooghuis, voelt die opdracht: “Binnen ons profiel techniek zien we een terugloop in leerlingenaantallen. Terwijl het bedrijfsleven staat te springen om mensen. Dat betekent dat we als scholen meer dan ooit moeten samenwerken. En dat doen we ook: met het mbo, met bedrijven én steeds meer met het basisonderwijs. We willen jongeren al vanaf klas 1 laten ervaren wat techniek kan zijn.” 

Die samenwerking gaat verder dan alleen vakinhoudelijke afstemming. “Soms lopen mbo-docenten bij ons binnen om te praten over aansluiting,” zegt Renée. “Dan ontstaan er ineens hele concrete ideeën, zoals samen een keuzevak vormgeven, zodat leerlingen de overstap naar het mbo al ‘voorproeven’. Dat soort verbinding maakt het verschil.” 

Japan als katalysator 

In 2025 reisden Ziya en Renée samen met een bredere onderwijsgroep af naar Japan, op uitnodiging van Sterk Techniekonderwijs. Het doel: kennis delen, innovatieve toepassingen ontdekken en inspiratie opdoen voor het Nederlandse onderwijs. 

“De reis was voor mij vooral bedoeld om te verbinden,” zegt Renée. “Je leert collega’s uit andere regio’s kennen. Je voert diepgaande gesprekken over onderwijs, over uitdagingen en kansen. Dat schept een band.” Ziya vult aan: “De innovaties die we zagen waren indrukwekkend: van robotica in de zorg tot geautomatiseerde productieprocessen. Maar wat me het meest bijblijft, is de kracht van samenwerking die daar voelbaar is. Daar kunnen wij in Nederland nog van leren.” 

Van samen voelen naar samen doen 

De samenwerking tussen Het Hooghuis en Koning Willem I College bestaat al langer, maar STO heeft het intensiever gemaakt. “We kennen elkaars docenten, spreken elkaar laagdrempelig en bezoeken elkaars open dagen,” zegt Ziya. “We sturen zelfs appjes om elkaar een fijne vakantie te wensen. Dat lijkt klein, maar het draagt bij aan vertrouwen. En dat vertrouwen vertaalt zich in betere samenwerking, en dus in beter onderwijs.” 

Voor Ziya is ‘samen’ vanzelfsprekend: “Het draait om elkaar wat gunnen, en elkaars kracht benutten. Alleen red je het niet meer. In deze regio lukt het ons gelukkig goed om als keten te denken: van basisschool tot hbo, met bedrijfsleven erbij. Dat geeft energie.” 

Het onderwijs van morgen: technologie voor iedereen 

Waar staat techniekonderwijs over 25 jaar? Renée ziet technologie straks in álle sectoren: “Niet alleen in de bouw of installatietechniek, maar ook in zorg en welzijn, groen, dienstverlening. Mijn droom is dat leerlingen niet alleen kiezen voor techniek, maar techniek herkennen in alles wat ze doen.” 

Ziya ziet de toekomst ook als een kans én een noodzaak: “We kunnen het ons straks niet meer permitteren om technologie niet te omarmen. De generatie van nu groeit op met digitale vaardigheden die wij pas later leerden. Dat betekent dat onderwijs moet meebewegen. En dat we jonge mensen niet alleen moeten leren bedenken, maar ook maken. Toepassen. Want het zijn de makers die de toekomst vormgeven.” 

Ruimte om te groeien en te kiezen 

De rol van het onderwijs gaat verder dan opleiden voor een beroep. Het gaat ook om vorming. Om jongeren het gevoel geven dat ze gezien worden, mogen ontdekken wie ze zijn en waar hun kracht ligt. 

“Geluk zit niet per se in een technische baan,” zegt Renée. “Het zit in een leven waarin je je talenten kwijt kunt. Ik hoop dat jongeren de ruimte krijgen om hun eigen keuzes te maken. Ook als die tegen het advies van ouders ingaan. Het imago van techniek is gelukkig verbeterd, maar er zijn nog steeds jongeren die tegen vooroordelen aanlopen.” 

Een collectief dat verschil maakt 

Ziya benadrukt dat hij en Renée slechts twee gezichten zijn van een veel grotere beweging: “Deze samenwerking draait niet om ons, maar om alle mensen die zich inzetten: docenten, teamleiders, bedrijven, bestuurders. We hebben elkaar gevonden in een collectief, en dat zie je terug in de resultaten.” 

Of het nu gaat om samen leren in Japan, het afstemmen van lesprogramma’s of het warm maken van jonge kinderen voor techniek: alles begint bij die ene basisgedachte: je doet het niet alleen. 

“Samen is geen doel op zich,” zegt Renée. “Het is de manier waarop we verder komen. Voor onze leerlingen, en voor de wereld waarin zij straks hun plek vinden.”